De-Rutte-doctrine-of-de-wettelijke-doctrine-768x384 (1)

De Rutte doctrine of de wettelijke doctrine?

Datum

De afgelopen weken buitelden de pers maar ook landelijke en lokale politici van diverse pluimage over elkaar heen met de constatering dat onze Minister-President eigenmachtig voorschrijft dat de Tweede Kamer en journalisten geen toegang krijgen tot bepaalde stukken bij ministeries. Hij wil niet dat mails tussen ambtenaren onderling of tussen ambtenaren en bewindspersonen over bepaalde ideeën of voorstellen openbaar worden.
Is dit wel een juiste voorstelling van zaken of paste onze MP gewoon de wet toe?
Als je al zou moeten spreken van een Rutte doctrine, betekent dit dat onze MP wat mij betreft gewoon de bepalingen in de huidige Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) heeft toegepast. Overigens kunnen zelfs in de komende Wet Open Overheid stukken waarin persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren staan gewoon geweigerd worden.
Om dit nader te onderbouwen ontkom ik er niet aan om hieronder kort aan te geven wat de bedoeling van deze in de wet neergelegde weigeringsgrond is.

Wat is het doel van de Wet Openbaarheid van Bestuur?

De overheid vervult bij de uitvoering van haar taak openbaarheid. Dit is bepaald in artikel 110 van de Grondwet. Met andere woorden: de overheid neemt openbaarheid in acht bij de uitoefening van haar taken. Ook bepaalt dat artikel dat in een wet moet zijn neergelegd hoe de overheid dat doet.
Dit is gebeurd in de Wob. De openbaarmaking en verstrekking van informatie die op grond van de Wob kan worden verzocht, moet over een bestuurlijke aangelegenheid gaan die betrekking heeft op het beleid van een bestuursorgaan. Daaronder vallen ook de voorbereiding en de uitvoering van het beleid. Wanneer informatie voor intern beraad wordt opgevraagd, worden de daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen echter weggelaten. Dat is geregeld in artikel 11, eerste lid, van de Wob. Daarin is bepaald dat In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, geen informatie wordt verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. Daarmee heeft de wetgever beoogd dat ambtenaren de vrijheid dienen te hebben ongehinderd hun bijdrage te leveren aan de beleidsvoorbereiding of uitvoering, en daarover te studeren, te brainstormen, anderszins te overleggen, nota’s te schrijven etc.

Hoe is dat geregeld in de komende Wet Open Overheid?

De Wet Open Overheid (Woo) die waarschijnlijk in 2022 in werking zal treden, is een initiatiefwetsvoorstel dat in 2012 is ingediend door GroenLinks en D66. De wet is bedoeld om overheden en semioverheden transparanter te maken en moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. Als de Woo van kracht wordt, vervangt deze de Wob. Het grote verschil tussen het initiatiefwetsvoorstel Woo en de huidige Wob betreft de actieve openbaarmaking van overheidsinformatie. Actieve openbaarheid betekent dat de overheid informatie uit eigen beweging publiceert en voor iedereen toegankelijk maakt. Voor passieve openbaarmaking (openbaarmaking op verzoek) volgt dit initiatiefwetsvoorstel vrijwel geheel de Wob. Persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren en anderen die bij het intern beraad betrokken zijn blijven in beginsel net als onder de Wob vertrouwelijk. In de Woo wordt echter wel duidelijk beschreven welke zaken niet onder persoonlijke beleidsopvattingen worden gerekend, namelijk: ‘feiten, prognoses, beleidsalternatieven, de gevolgen van een bepaald beleidsalternatief of andere onderdelen met een overwegend objectief karakter.’ Tot zover de theorie.

Transparantie is noodzaak.

Laat ik vooropstellen dat ik vind dat de overheid of het nu de centrale is of de decentrale zo transparant mogelijk dient te zijn. Ik vraag me wel af of de transparantie is gebaat bij het openbaar maken van alle interne zielenroerselen van ambtenaren, interne verschillen van mening etc.
Openbaarheid kan een denkproces ook schaden. Zeker als – en dat gaat geheid gebeuren – de pers hierover gaat schrijven. Ik zie koppen zoals ’Topambtenaar botst met de minister’ etc. al in de kranten verschijnen. Beleidsvorming moet bij aanvang de kans krijgen te rijpen en niet al bij voorbaat op straat komen te liggen, terwijl het alleen nog maar om ’houtskoolschetsen’ gaat. Dat kan onnodige en verregaande vormen van onrust opleveren. En ambtenaren moeten zich vooral veilig voelen om hun ambtelijke en bestuurlijke bazen te adviseren. Ik vraag me dan ook af of het openbaar maken van alle beleidsopvattingen zoals onze MP recentelijk naar aanleiding van de toeslagenaffaire heeft toegezegd wel zo verstandig is. Hier geldt ook weer dat een 180 graden draai die dan wordt gemaakt – van alles besloten naar alles openbaar – onverstandig is. Wat openbaar kan, moet natuurlijk openbaar worden en dat moet zeker veel meer zijn dan hetgeen nu door overheden wordt gedeeld. Maar laten we vooral uitkijken om ‘ het kind niet met het badwater weg te gooien’. Ook hier geldt dus weer het adagium van maatwerk. Overigens is openbaar maken van informatie niet genoeg, maar moeten politici veel meer dan tot nu toe hun besluiten aan burgers beter uitleggen en niet als rijdende rechter optreden in de vorm van ‘Dit is onze beslissing en daar zult u het mee moeten doen’.

Dick Bosgieter

meer
nieuws